ONTSTAAN AAN DE HEIRWEG VAN STAVEREN NAAR DUITSLAND
In de 7e 8 eeuw. Steenwijk ligt in de kop van Overijssel op de grens van enkele stuwwallen (de Woldberg en de Havelteberg en het laagveen gebied van
Giethoorn, de Wieden en de Weerribben. Door Steenwijk stroomt van oorsprong een kleine rivier, de STEENWIJKER Aa welke ontstaan is door smeltwater.
Later is deze Steenwijker Aa, gekanaliseerd en heet dan vanaf Steenwijk het Steenwieker Diep en deze maakt de stad bereikbaar voor scheepvaart.
Bestuurlijk gezien maakte Steenwijk deel uit van het gewest Land van Vollenhove. Er bestaat ook een legende over het ontstaan van Steenwijk, namelijk van
drie kastelen aan de oevers van de Aa t.w. Oostwijk, Middelwijk en Westwijk.
Het middelste slot was Middelwijk en deze naam zou veranderd zijn in Steenwijk In 1141 bestond de Sint Clemenskerk al, deze was door de bisschop
Hardbert al als kapittelkerk aangewezen voor het Land van Vollenhove, als onderdeel van de abdij van Ruinen. Vanuit de kapittelkerk werden parochies
gesticht in Friesland en Drenthe.