Na de oplevering van het landhuis in 1899, stond het op een kale vlakte.
Tromp Meesters heeft tuinarchitect Copijn uit Utrecht een „volwassen" park laten aanleggen.
Er werden werden volgroeide bomen van elders gehaald en in het park geplant.
Call and book the conference room now.
Na de inrichting van het park wilde Tromp
Meesters dit bestemmen als recreatieoord
voor zijn familie.
Hij stelde het park echter ook open voor de
Steenwijker bevolking.
Het park is ingericht in de toen geldende
stijl, de Engelse landschapsstijl.
Deze inrichting werd bewust gekozen.
De speelse vormen en kleuren van de
Jugendstil zijn namelijk ook gebruikt in het
park.
Copijn heeft geen gebruik gemaakt van
rechte belijningen of een symmetrisch
geheel.
Onder de bevolking van Steenwijk ging het gerucht, dat Jan en Jan Hendrik Tromp Meesters met elkaar een prestigeslag
uitvochten. Jan wilde zijn villa, Nijenstede, mooier hebben dan die van zijn broer, Rams Woerthe.
Beiden grepen dan ook alle mogelijkheden aan om de ander voor tezijn.
Zo heeft de bezitter van Rams Woerthe allerhande tropische planten en watervogels gehouden en het hertenkamp aangelegd.
Achter in het park was een kegelbaan aangelegd op een recht stuk laan, die door de gehele familie werd gebruikt.
Vader en zoons hielden zich hier ook bezig met het ringsteken to paard.
Aan het eind van de laan stond een prieeltje, waarin de familie bij regen kon schuilen.
Het park is door de jaren heen sterk veranderd. Waar nu de voormalige Burgemeester Voetelinkschool, en waar het
voormalige clubhuis „De Korf stond en enkele huizen staan, was vroeger een grote boomgaard. Toen stonden er in het park
diverse woningen, schuren en kassen. Nu staan in het park geen woningen meer, alleen meer naar voren de bodewoning.
In het park stond tevens een theekoepel, waarvan de wanden op dezelfde wijze beschilderd waren als in de villa.
De koepel had een bijzonder rustiek uiterlijk, de stijlen en schoren waren voorzien van stucwerk in boomschorsstructuur.
Gasthuislaan
Verlengde van de Gasthuisstraat, tot 1904
Zuidveenseweg geheten, oorspronkelijk de
uitvalsweg van Steenwijk naar Zuidveen en
Giethoorn. Sinds 1952 met veel verkeer naar de
Noordoostpolder; in 1976 van verkeersdrukte
ontlast door aanleg van de Vendelweg.