Joodse begraafplaats
Deze begraafplaats bevind zich aan de Eesveenweg
Het bestuur van de stad Steenwijk probeerde rond 1720 meer joodse kooplieden naar Steenwijk te halen, om de handel te
stimuleren.
Dit hielp echter weinig toch kwamen er in 1800 meerdere Joodse gezinnen vestigden.
Deze doden werden eerst begraven op de joodse begraafplaats aan de Schapendrift ten zuiden van Noordwolde, later werd
in 1795 begraven in Steenwijk op de joodse begraafplaats aan de Eesveenseweg, echter in 1807 en in 1860 en voor laatst in
1911 is deze uitgebried.
In 1796 na de burger gelijkstelling ( Gelijke rechten als
alle andere burgers) nam het aan joden snel toe in
Steenwijk.
Aan het begin van de negentiende eeuw werden de
godsdienstoefeningen gehouden in een privéhuis in
Steenwijk.
In 1813 werd een kamer aangekocht in de Gasthuis-
straat, die zes jaar later gerenoveerd werd en uitge-
breid tot een echte synagoge.
In de vijftiger jaren van de negeniende eeuw leidde
een intern conflict over vernieuwingen tot een scheu-
ring binnen de gemeente.
De hereniging in 1869 was aanleiding tot de bouw van
een nieuwe synagoge eveneens in de Gasthuisstraat,
op de hoek van de Kornputsingel.
De kinderen kregen aanvankelijk joods onderwijs in een lokaal van de stedelijke school, in 1849 werd een eigen schoolge-
bouw opgetrokken.
Nog in 1917 werd naast de synagoge een nieuwe joodse school ingericht.Behalve de kerkenraad, het kerkbestuur en een
penningmeester voor het Heilige Land waren in Steenwijk diverse genootschappen en verenigingen voor o.a. het begrafe-
niswezen, zorg voor het interieur van de synagoge en Tora studie.
De economische situatie van de Steenwijkse joden was over het algemeen goed, zij waren voornamelijk actief in de (textiel)
handel en de vleeshouwerij.
Ook een grote specerijenhandel had een joodse eigenaar. Een aantal joden uit Steenwijk nam deel aan het stads- en
provinciaal bestuur.
Tijdens de Duitse bezetting werden in Steenwijk dezelfde
anti-joodse maatregelen genomen als in de rest van ons
land.
In september 1942 werd een aantal joden in een werkkamp
bij Staphorst ondergebracht en tewerkgesteld.
Bijna de helft van de joodse inwoners van Steenwijk heeft de
oorlog weten te overleven, meestal in onderduik.
De overigen werden naar de kampen in het Oosten
gedeporteerd en zijn daar omgekomen.
De synagoge en het interieur zijn in de oorlog behouden
gebleven, ondanks het feit dat het gebouw als opslag
gebruikt werd.
Ook de rituele voorwerpen en de Tora-rollen bleven
bewaard.
Na de oorlog werd het joodse leven in Steenwijk korte tijd
hervat, maar de synagoge werd niet regelmatig meer ge-
bruikt.
In 1948 werd het gebouw verkocht en uiteindelijk gesloopt.
Een deel van de rituele voorwerpen werd aan het Joods
Historisch Museum geschonken.
De joodse gemeente werd in 1964 opgeheven en bij die van
Zwolle gevoegd.
De plaatselijke overheid draagt tegenwoordig zorg voor de joodse begraafplaats aan de Eesveenseweg.
Een project, waarbij 180 grafstenen onder auspiciën van de stichting Beth Chaim gerestaureerd werden, is in juni 2001
afgesloten.
Het reinigingshuisje op de begraafplaats werd in 1985 herbouwd. In de gevel bevindt zich een gedenksteen voor de joodse
inwoners van Steenwijk die de oorlogsjaren niet overleefden.
In september 2005 werd op de hoek van de Van den Kornputsingel en de Gasthuisstraat een monument onthuld voor de 51
omgekomen joodse inwoners van Steenwijk. In oktober 2007 werd er aan de gevel van een bankgebouw op diezelfde hoek,
waar tot 1952 de synagoge stond, een gedenkplaat onthuld ter herinnering aan deze synagoge.
In Willemsoord, een in de jaren twintig van de negentiende eeuw in Steenwijkerwold gestichte armenkolonie, was een aparte
joodse buurt, de Jodenpol genaamd. Deze joodse gemeenschap, die tussen 1830 en 1890 bestond, had een synagoge, een
joodse school en een begraafplaats, gelegen aan De Pol, nabij de huidige Prins Willem Alexanderstraat. De begraafplaats
wordt door de overheid van Steenwijk onderhouden.
Ook in de nabij gelegen plaatsen Oldemarkt en Kuinre woonden gedurende de negentiende eeuw enige joodse gezinnen.
Aantal joden in Steenwijk en omgeving:
1795 32
1809 78
1840 284
1869 199
1899 224
1930 123
1951 23
Het monument
Vorm en materiaal. Het monument op de Joodse begraafplaats in Steenwijk (gemeente Steenwijkerland) is een natuurstenen
gedenksteen.
Tekst
De tekst op de gedenksteen luidt:
'TER NAGEDACHTENIS AAN DE47 ISRAËLITISCHE STADSGENOTENDIE NIET TERUGKEERDEN 1940-1945.'
Wijziging
Oorspronkelijk bevond het monument zich in de synagoge. In 1952 is het gedenkteken overgebracht naar de begraafplaats
en ingemetseld boven de ingang van het metarehuisje.
De geschiedenis
Het monument op de Joodse begraafplaats in Steenwijk (gemeente Steenwijkerland) is opgericht ter nagedachtenis aan de
joodse medeburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetter zijn gedeporteerd en omgebracht.
Op de plaquette staat vermeld dat er 47 joodse medeburgers zijn omgekomen tijdens de oorlog. Uit onderzoek van de heer
Jan van Rossum blijkt dat het echter om 51 slachtoffers gaat. Het is niet precies bekend welke joodse oorlogsslachtoffers in
1948 met dit monument werden herdacht.
Onthulling
Het monument is onthuld in 1948.
Oorlogsslachtoffers
Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.
De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers
worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen
aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de
database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database
aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.
Adres: Eesveenseweg Steenwijk
Beheerder: Nederlands Israëlisch Kerkgenootschap (NIK
Balterstraat
Het erve Balters was gelegen in een vroegere
nederzetting bij Steenwijk, de Oostwijk.