< Historie Steenwijker gewoonten
Dauwtrappen op Hemelvaartsdag. Dit werd vroeger veel gedaan in Steenwijk, spullen verslepen en ergens anders neer zitten zoals op de Markt. Maar deze gewoonte is helemaal verdwenen helaas. Nu staan sommigen juist voor dag en dauw nog op om te fietsen en soms manden. Dauwtrappen doe je ‘officieel’ door in de vroege ochtend met blote voeten door bedauwd gras te lopen. Hoewel dit plaatsvindt op Hemelvaartsdag, de dag waarop christenen herdenken dat Jezus terugkeerde naar de hemel, heeft het gebruik niets met het christendom te maken. Hoe oud de traditie van het dauwtrappen precies is, is niet bekend. Vermoed wordt dat het gebruik terug gaat tot de Germaanse tijd.
Knijpertjes bakken.. De traditie van het knijpertjes bakken. De bevolking van Steen-wijk en omgeving houdt vast aan oude tradities tijdens de jaarwisseling. Reeds lang tevoren is men gewend om het knijpertjesijzer, dat in deze omgeving in de laatste maand van het jaar een belangrijke taak heeft te vervullen, weer van de zolder te halen. De bakvorm, die het jaar daarvoor zorgvuldig in kranten werd verpakt, wordt weer schoongemaakt en in bedrijf gesteld om in de eerste dagen van het nieuwe jaar een knijpertje te kunnen eten bij een kopje koffie of thee. Het is een zeer oude traditie; het knijpertjes bakken dateert al, zover bekend, van het midden der negentiende eeuw. In die tijd woonde in de Kalverstraat in Steenwijk Jan de Vos. Hij hield zich zo rond de jaarwisseling bezig met knijpertjes bakken en zover wij in de geschiedenis terug kunnen gaan was hij de man, die toen, als we het zo mogen zeggen, het alleenrecht had in d' Olde Veste. Jan de Vos had een ijzer, waarin twee knijpertjes tegelijk gebakken konden worden. Voor honderd stuks kreeg De Vos veertig cent. Dat was voor die dagen een heel bedrag. Men moet niet vergeten dat de gemiddelde burger van Steenwijk toen zo om en bij twee gulden per week verdiende, zodat er moeilijk veertig cent af kon om bij Jan de Vos honderd knijpertjes te halen. Later, toen de dochter Jantien van Jan de Vos in het huwelijk trad met de timmerman Egbert de Boer en een woning kreeg aan het eind van de Kerkstraat, nam dit jonge paar het knijpertjes bakken over. Daarna, toen hun kinderen groot waren geworden en we nemen een sprong van ongeveer vijftig jaar en zien we omstreeks de eeuwwisseling daar in de kleine woning aan de voet van de Sint Clemenstoren de gehele familie De Boer in actie om lichtbruin getinte knijpertjes uit de gloeiende ijzers te halen. Een van de zoons van Jantien de Vos en Egbert de Boer woont nog in de ouderlijke woning. Hij kan van deze traditie dan ook veel vertellen. Omstreeks het begin van deze eeuw bakte de familie De Boer knijpertjes voor een groot deel van de Steenwijker bevolking. De tijden waren toen iets beter dan in 1850, maar de knijpertjes waren ook tien cent per honderd duurder geworden. Drie weken voor het nieuwe jaar werd het ijzer op de kachel gelegd en het werd niet weer koud voordat het nieuwe jaar zijn intrede had gedaan. Broers en zusters werkten om beurten en het was zo te zeggen een continubedrijf, dat er voor zorgde, dat de burgers van Steenwijk op tijd hun knijpertjes in de trommel kregen. Dag en nacht, in drie ploegen, werden de knijpertjes gebakken en vele van deze lekkernijen gingen toen reeds met het schip naar de grote steden in Holland. Bijvoorbeeld in Amsterdam zat een zeer goede afnemer, voor wie duizenden knijpertjes werden gebakken. Aangezien men toen nog geen gas of elektriciteit kende, werd alles op de kachel gebakken. Jan de Boer haalde de brandstof en kleine bosjes geschild eikenhout bij Willem Keizer, die destijds achter de kerk woonde. Later veranderde er veel. De familie De Boer had niet meer het monopolie, maar dat hinderde ook niet, want er kwam meer geld in omloop, zodat de aftrek van knijpertjes steeds groter werd. Er kwamen er toen meer, die zich toelegden op het bakken van deze nieuwjaarslekkernij. Wij noemen de familie Ruiter, die het ook tientallen jaren heeft volgehouden. Tenslotte werd het door de aanleg van elektriciteit en gas voor velen mogelijk zelf aan de slag te gaan; daarbij is het elektrische knijpertjesijzer wel het meest gebruikte. Men heeft dan geen vuil of rook meer in huis zoals vroeger.
Wafels bakken. Een wafel wordt gemaakt van een beslag van bloem, melk en eieren en eventueel een zoetstof, dat in een wafelijzer wordt gebakken. Zo'n wafelijzer bestaat uit twee ijzeren vormen waartussen het beslag wordt samengeperst. Het wafelijzer wordt in een vuur verwarmd. Deze vorm heeft een ruitjesvorm. Zo'n vergelijkbare vorm wordt, bijvoorbeeld in bakstof, ook wel aangeduid met wafel. Werd veel gegeten met oud en nieuw
Muziek in de oudjaarsnacht van de Steenwiekertoorn. Het was stil in Steenwijks straten op oudejaarsavond 1914. Bijna iedereen zocht de huiselijke gezelligheid en alleen enkele jeugdige personen vermaakten zich met het laten knallen van een donderbus, dat zo nu en dan de stilte even verstoorde. Een jongeman stapte tegen de wisseling van het jaar met een piston onder de arm door de straten. Hij klom in zijn eentje naar de trans van de toren. Niemand wist daar iets van, alleen de toenmalige klokkenluidster Hendrikje Oosterhof. Daar had de muzikant om de sleutel van de toren gevraagd, die nog maar voor kort het stadsbeeld weer beheerste met zijn fraaie nieuwe spits. Toen de klok twaalf slagen over Steenwijk had laten dreunen, klonk in de duisternis van de nacht de melodie van: „Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen". Het was een grote verrassing en een ieder sprak de volgende dag over de gewijde muziek, die in oudejaarsnacht 1914 voor het eerst van Steenwijks toren klonk en die ten gehore was gebracht door Andldes Boeïtze. Het is een traditie geworden die later door de christelijke muziekvereniging „Crescendo" is voortgezet. Er was nog iets, dat ook de aandacht trok tijdens de jaarwisseling. Wanneer we op oudejaarsavond naar de hoek van de Kornputsingel-Gasthuisstraat gaan, zo aan het begin van de twintigste eeuw, dan zien we daar een wel zeer vreemde traditie. Men had toen de gewoonte om dubbeltjes heet te maken en deze klokslag twaalf uur op straat te strooien. Het was een nogal gevaarlijk werk, want wie zich meester wist te maken van zo'n heet dubbeltje, kwam wel eens met een paar brandwondjes aan de vingers thuis. Op datzelfde punt van de stad woonde later de boekhandelaar Jan van Kerkvoorde en ook hij speelde bij de jaarwisseling enkele nummers op zijn blaasinstrument. Dan was het grote moment aangebroken, waarop de steeds groter wordende groep van belangstellenden wachtte. Met gulle hand werden de dubbeltjes uitgestrooid en menig gretige hand ontlokte dan het leedvermaak van de omstanders, want het viel niet mee om dit hete metaal van de straat te zoeken. Dit oudejaars gebruik is geheel verdwenen. Maar het initiatief van Andries Boetze is in ere gehouden en wij hebben ons afgevraagd hoe de heer Boetze wel op het idee is gekomen om daar middenin een duistere nacht in zijn eentje naar boven te klimmen. Nu dan, in 1914 werkte ook de heer Boetze aan de restauratie van de toren; door zijn werkzaamheden aan Steenwijks hoogste gebouw kwam hij op het idee om op oudejaarsavond een passende muzikale verrassing te geven. Hij hield dit plan voor zich en klom tegen twaalf uur naar boven. De heer Boetze was lid van het Steenwijker Fanfarekorps, dat later is opgeheven en waaruit in de jaren na de mobilisatie 1914- 1918 de vereniging „Tot Steun in de strijd" is voortgekomen. Het spelen op de toren in oudejaarsnacht was niet altijd even gemakkelijk. Het is wel eens gebeurd, dat het op de avond van de jaarwisseling zo koud was, dat Boetze het mondstuk van zijn instrument nauwelijks aan de mond kon zetten, want het vroor aan de lippen vast. Daar kwam nog bij dat ook de ventielen vastvroren. De sneeuwjachten, die daar op 45 meter hoogte werden meegemaakt, waren ook lang geen pretje, maar toch heeft de heer Boetze tal van jaren alleen dit nachtelijke concert verzorgd.
Oliebol of oliekoek De oorsprong is niet geheel duidelijk. Mogelijk zijn ze voor het eerst in de middeleeuwen gebakken, volgens Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. Ze meent tevens dat de oorsprong in wat nu Nederland is ligt of dat ze er vlakbij voor het eerst zijn gemaakt. Een andere, meer voor de hand liggende mogelijkheid is dat de oliebol (uiteindelijk) uit Portugal of Spanje stamt. Spaanse en Portugese Joden, de zgn. Sefardim, die tijdens de Spaanse Inquisitie naar Nederland vluchtten zouden hun recepten hebben mee- genomen. In Portugal at men destijds al iets wat op oliebollen lijkt: oliekoeken met (gedroogde) zuidvruchten. Er zijn nog meer redenen om een Sefardisch-Joodse oorsprong voor de oliebol aan te nemen. Van oudsher worden er voor de viering van de Chanoeka, die in de winter is, zoete deegbollen, genaamd Sufganiyot (enkelv. Sufganiyah), gefrituurd en vaak koud geconsumeerd, wat sterk doet denken aan de Belgisch-Nederlandse oliebollentraditie rond de jaarwisseling. Alle benamingen die in het Nederlands bestaan voor in olie gebakken deegwaar dateren van de 16e eeuw en later, d.w.z. na de verdrijving van de Sefardische Joden uit het Iberisch schiereiland ten gevolge van het Verdrijvingsedict uitgevaardigd in 1492. Van oliekoek naar oliebol Jonge vrouw met een kookpot vol oliebollen (Cuyp, ca. 1652) Eeuwenlang was de term oliekoek in gebruik voor wat nu de oliebol heet. De oliekoeken op een schilderij van Aelbert Cuyp uit ca. 1652 lijken veel op de hedendaagse oliebol. In die tijd werden ze in raapolie gebakken. In de loop van negentiende eeuw kreeg het woord oliebol steeds meer aanhang. In 1868 nam de Van Dale 'oliebol' op. Dat het toen echter nog geen algemeen gebruikte term was, blijkt uit het Woordenboek der Nederlandsche taal (1896). Daarin wordt 'oliekoek' nog als meer gebruikelijke benaming genoemd. Vanaf begin twintigste eeuw wordt echter alleen nog over oliebollen gesproken.

Snelle Links

Contact Informatie

Cultuur  Cultuur  Musea  Historie
Zien & Doen  UITagenda  Eten en Drinken
Winkelen  Alle winkels
A. Brouwer Eesveenseweg 25 8332 JA Steenwijk Nederland  info@steenwiek.nl
© Copyright 2025 | Albert
< Historie Steenwijker gewoonten
Dauwtrappen op Hemelvaartsdag. Dit werd vroeger veel gedaan in Steenwijk, spullen verslepen en ergens anders neer zitten zoals op de Markt. Maar deze gewoonte is helemaal verdwenen helaas. Nu staan sommigen juist voor dag en dauw nog op om te fietsen en soms manden. Dauwtrappen doe je ‘officieel’ door in de vroege ochtend met blote voeten door bedauwd gras te lopen. Hoewel dit plaatsvindt op Hemelvaartsdag, de dag waarop christenen herdenken dat Jezus terugkeerde naar de hemel, heeft het gebruik niets met het christendom te maken. Hoe oud de traditie van het dauwtrappen precies is, is niet bekend. Vermoed wordt dat het gebruik terug gaat tot de Germaanse tijd.
Knijpertjes bakken.. De traditie van het knijpertjes bakken. De bevolking van Steen-wijk en omgeving houdt vast aan oude tradities tijdens de jaarwisseling. Reeds lang tevoren is men gewend om het knijpertjesijzer, dat in deze omgeving in de laatste maand van het jaar een belangrijke taak heeft te vervullen, weer van de zolder te halen. De bakvorm, die het jaar daarvoor zorgvuldig in kranten werd verpakt, wordt weer schoongemaakt en in bedrijf gesteld om in de eerste dagen van het nieuwe jaar een knijpertje te kunnen eten bij een kopje koffie of thee. Het is een zeer oude traditie; het knijpertjes bakken dateert al, zover bekend, van het midden der negentiende eeuw. In die tijd woonde in de Kalverstraat in Steenwijk Jan de Vos. Hij hield zich zo rond de jaarwisseling bezig met knijpertjes bakken en zover wij in de geschiedenis terug kunnen gaan was hij de man, die toen, als we het zo mogen zeggen, het alleenrecht had in d' Olde Veste. Jan de Vos had een ijzer, waarin twee knijpertjes tegelijk gebakken konden worden. Voor honderd stuks kreeg De Vos veertig cent. Dat was voor die dagen een heel bedrag. Men moet niet vergeten dat de gemiddelde burger van Steenwijk toen zo om en bij twee gulden per week verdiende, zodat er moeilijk veertig cent af kon om bij Jan de Vos honderd knijpertjes te halen. Late r, toen de dochter Jantien van Jan de Vos in het huwelijk trad met de timmerman Egbert de Boer en een woning kreeg aan het eind van de Kerkstraat, nam dit jonge paar het knijpertjes bakken over. Daarna, toen hun kinderen groot waren geworden en we nemen een sprong van ongeveer vijftig jaar en zien we omstreeks de eeuwwisseling daar in de kleine woning aan de voet van de Sint Clemenstoren de gehele familie De Boer in actie om lichtbruin getinte knijpertjes uit de gloeiende ijzers te halen. Een van de zoons van Jantien de Vos en Egbert de Boer woont nog in de ouderlijke woning. Hij kan van deze traditie dan ook veel vertellen. Omstreeks het begin van deze eeuw bakte de familie De Boer knijpertjes voor een groot deel van de Steenwijker bevolking. De tijden waren toen iets beter dan in 1850, maar de knijpertjes waren ook tien cent per honderd duurder geworden. Drie weken voor het nieuwe jaar werd het ijzer op de kachel gelegd en het werd niet weer koud voordat het nieuwe jaar zijn intrede had gedaan. Broers en zusters werkten om beurten en het was zo te zeggen een continubedrijf, dat er voor zorgde, dat de burgers van Steenwijk op tijd hun knijpertjes in de trommel kregen. Dag en nacht, in drie ploegen, werden de knijpertjes gebakken en vele van deze lekkernijen gingen toen reeds met het schip naar de grote steden in Holland. Bijvoorbeeld in Amsterdam zat een zeer goede afnemer, voor wie duizenden knijpertjes werden gebakken. Aangezien men toen nog geen gas of elektriciteit kende, werd alles op de kachel gebakken. Jan de Boer haalde de brandstof en kleine bosjes geschild eikenhout bij Willem Keizer, die destijds achter de kerk woonde. Later veranderde er veel. De familie De Boer had niet meer het monopolie, maar dat hinderde ook niet, want er kwam meer geld in omloop, zodat de aftrek van knijpertjes steeds groter werd. Er kwamen er toen meer, die zich toelegden op het bakken van deze nieuwjaarslekkernij. Wij noemen de familie Ruiter, die het ook tientallen jaren heeft volgehouden. Tenslotte werd het door de aanleg van elektriciteit en gas voor velen mogelijk zelf aan de slag te gaan; daarbij is het elektrische knijpertjesijzer wel het meest gebruikte. Men heeft dan geen vuil of rook meer in huis zoals vroeger.
Wafels bakken. Een wafel wordt gemaakt van een beslag van bloem, melk en eieren en eventueel een zoetstof, dat in een wafelijzer wordt gebakken. Zo'n wafelijzer bestaat uit twee ijzeren vormen waartussen het beslag wordt samengeperst. Het wafelijzer wordt in een vuur verwarmd. Deze vorm heeft een ruitjesvorm. Zo'n vergelijkbare vorm wordt, bijvoorbeeld in bakstof, ook wel aangeduid met wafel. Werd veel gegeten met oud en nieuw
Muziek in de oudjaarsnacht van de Steenwiekertoorn. Het was stil in Steenwijks straten op oudejaarsavond 1914. Bijna iedereen zocht de huiselijke gezelligheid en alleen enkele jeugdige personen vermaakten zich met het laten knallen van een donderbus, dat zo nu en dan de stilte even verstoorde. Een jongeman stapte tegen de wisseling van het jaar met een piston onder de arm door de straten. Hij klom in zijn eentje naar de trans van de toren. Niemand wist daar iets van, alleen de toenmalige klokkenluidster Hendrikje Oosterhof. Daar had de muzikant om de sleutel van de toren gevraagd, die nog maar voor kort het stadsbeeld weer beheerste met zijn fraaie nieuwe spits. Toen de klok twaalf slagen over Steenwijk had laten dreunen, klonk in de duisternis van de nacht de melodie van: „Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen". Het was een grote verrassing en een ieder sprak de volgende dag over de gewijde muziek, die in oudejaarsnacht 1914 voor het eerst van Steenwijks toren klonk en die ten gehore was gebracht door Andldes Boeïtze. Het is een traditie geworden die later door de christelijke muziekvereniging „Crescendo" is voortgezet. Er was nog iets, dat ook de aandacht trok tijdens de jaarwisseling. Wanneer we op oudejaarsavond naar de hoek van de Kornputsingel-Gasthuisstraat gaan, zo aan het begin van de twintigste eeuw, dan zien we daar een wel zeer vreemde traditie. Men had toen de gewoonte om dubbeltjes heet te maken en deze klokslag twaalf uur op straat te strooien. Het was een nogal gevaarlijk werk, want wie zich meester wist te maken van zo'n heet dubbeltje, kwam wel eens met een paar brandwondjes aan de vingers thuis. Op datzelfde punt van de stad woonde later de boekhandelaar Jan van Kerkvoorde en ook hij speelde bij de jaarwisseling enkele nummers op zijn blaasinstrument. Dan was het grote moment aangebroken, waarop de steeds groter wordende groep van belangstellenden wachtte. Met gulle hand werden de dubbeltjes uitgestrooid en menig gretige hand ontlokte dan het leedvermaak van de omstanders, want het viel niet mee om dit hete metaal van de straat te zoeken. Dit oudejaars gebruik is geheel verdwenen. Maar het initiatief van Andries Boetze is in ere gehouden en wij hebben ons afgevraagd hoe de heer Boetze wel op het idee is gekomen om daar middenin een duistere nacht in zijn eentje naar boven te klimmen. Nu dan, in 1914 werkte ook de heer Boetze aan de restauratie van de toren; door zijn werkzaamheden aan Steenwijks hoogste gebouw kwam hij op het idee om op oudejaarsavond een passende muzikale verrassing te geven. Hij hield dit plan voor zich en klom tegen twaalf uur naar boven. De heer Boetze was lid van het Steenwijker Fanfarekorps, dat later is opgeheven en waaruit in de jaren na de mobilisatie 1914- 1918 de vereniging „Tot Steun in de strijd" is voortgekomen. Het spelen op de toren in oudejaarsnacht was niet altijd even gemakkelijk. Het is wel eens gebeurd, dat het op de avond van de jaarwisseling zo koud was, dat Boetze het mondstuk van zijn instrument nauwelijks aan de mond kon zetten, want het vroor aan de lippen vast. Daar kwam nog bij dat ook de ventielen vastvroren. De sneeuwjachten, die daar op 45 meter hoogte werden meegemaakt, waren ook lang geen pretje, maar toch heeft de heer Boetze tal van jaren alleen dit nachtelijke concert verzorgd.
Oliebol of oliekoek De oorsprong is niet geheel duidelijk. Mogelijk zijn ze voor het eerst in de middeleeuwen gebakken, volgens Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. Ze meent tevens dat de oorsprong in wat nu Nederland is ligt of dat ze er vlakbij voor het eerst zijn gemaakt. Een andere, meer voor de hand liggende mogelijkheid is dat de oliebol (uiteindelijk) uit Portugal of Spanje stamt. Spaanse en Portugese Joden, de zgn. Sefardim, die tijdens de Spaanse Inquisitie naar Nederland vluchtten zouden hun recepten hebben mee- genomen. In Portugal at men destijds al iets wat op oliebollen lijkt: oliekoeken met (gedroogde) zuidvruchten. Er zijn nog meer redenen om een Sefardisch-Joodse oorsprong voor de oliebol aan te nemen. Van oudsher worden er voor de viering van de Chanoeka, die in de winter is, zoete deegbollen, genaamd Sufganiyot (enkelv. Sufganiyah), gefrituurd en vaak koud geconsumeerd, wat sterk doet denken aan de Belgisch-Nederlandse oliebollentraditie rond de jaarwisseling. Alle benamingen die in het Nederlands bestaan voor in olie gebakken deegwaar dateren van de 16e eeuw en later, d.w.z. na de verdrijving van de Sefardische Joden uit het Iberisch schiereiland ten gevolge van het Verdrijvingsedict uitgevaardigd in 1492. Van oliekoek naar oliebol Jonge vrouw met een kookpot vol oliebollen (Cuyp, ca. 1652) Eeuwenlang was de term oliekoek in gebruik voor wat nu de oliebol heet. De oliekoeken op een schilderij van Aelbert Cuyp uit ca. 1652 lijken veel op de hedendaagse oliebol. In die tijd werden ze in raapolie gebakken. In de loop van negentiende eeuw kreeg het woord oliebol steeds meer aanhang. In 1868 nam de Van Dale 'oliebol' op. Dat het toen echter nog geen algemeen gebruikte term was, blijkt uit het Woordenboek der Nederlandsche taal (1896). Daarin wordt 'oliekoek' nog als meer gebruikelijke benaming genoemd. Vanaf begin twintigste eeuw wordt echter alleen nog over oliebollen gesproken.

Snelle Links

Contact Informatie

Cultuur  Cultuur  Musea  Historie
Zien & Doen  UITagenda  Eten en Drinken
Winkelen  Alle winkels
A. Brouwer Eesveenseweg 25 8332 JA Steenwijk Nederland  info@steenwiek.nl
© Copyright 2025 | Albert
InSTEENWIEK
UITagenda
  • Vandaag
  • Dit weekend
  • Evenementen
  • Evenement aanmelden
  • Totale UITagenda
  • Theater De Meenthe
Doen
  • Winkelen
  • Eten & Drinken
  • Cultuur
    • Historie
      • Ontstaan Steenwijk
      • Stadsrechten & Wapen & Vlag
      • Tachtigjarige oorlog & Beleg 1580-1581
      • Naderende & Oorlog 1940-1945
      • Monumenten
      • Verdwenen erfgoed
      • Verdwenen ambachten
      • Historische voorwerpen
      • Dialect Steenwieks
      • Steenwijker gewoonten
      • Hildo Krop
      • Verhalen & Gebeurtenissen
      • Eskaf aardewerk
      • Fanfarekorps Tot Steun in de Strijd
      • Burgemeesters
      • Historische bekende personen
Ontdekken
  • Rondje Steenwijk
  • Fietsroutes
  • Wandelroutes
  • Steenwijk bereiken via water
  • Nationaal Park Weerribben-Wieden
Inspiratie
  • Blogs
  • Video
  • Aanmelden Nieuwsbrief
Plan je bezoek
  • Bereikbaarheid
  • Parkeren
  • Overnachten
  • Stadsplattegrond
Beeldbanksteenwiek
Contact
  • Evenement aanmelden

  • InSteenwijk
  • uitagenda
    • Vandaag
    • Dit weekend
    • Evenementen
    • Evenement aanmelden
    • Totale UITagenda
    • Theater De Meenthe
  • ontdekken
    • Rondtje Steenwijk
    • Fietsroutes
    • Wandleroute
    • Steenwijk berijken via water
    • Nationaal Park Weerribben-Wieden
  • doen
    • Winkelen
    • Eten & Drinken
    • Cultuur
      • Historie
        • Ontstaan Steenwijk
        • Stadsrechten & wapen & Vlag
        • Tachtigjarige oorlog & Beleg 1580-1581
        • Naderende & Oorlog 1940-1945
        • Monumenten
        • Verdwenen erfgoed
        • Verdwenen ambachten
        • Historische voorwerpen
        • Dialect Steenwieks
        • Steenwieker gewoonten
        • Hildo Krop
        • Verhalen & Gebeurtenissen
        • Eskaf aardewerk
        • Fanfarekorps Tot Steun in de Strijd
        • Bugemeesters
        • Historische bekende personen
  • inspiratie
    • Video
    • Aanmelden nieuwsbrief
  • plan je bezoek
    • Bereikbaarheid
    • Parkeren
    • Overnachten
    • Stadsplattegrond
  • beeldbanksteenwiek
  • contact