Het was een warme zomerochtend toen Gea haar fiets van de standaard haalde. De zon scheen al vrolijk over de klinkerstraatjes van Steenwijk. Ze had een dag vrij en besloot op avontuur te gaan in haar eigen omgeving – iets waar ze al lang naar uitkeek. Haar eerste stop was de historische vestingstad zelf. Met een ijsje in de hand slenterde ze langs de stadsgrachten, bewonderde het oude stadhuis en genoot van het geroezemoes op het terras bij de Markt. Het voelde als vakantie, gewoon in haar eigen stad. Daarna trapte ze verder richting Nationaal Park Weerribben- Wieden. Tussen het riet en de kabbelende waterwegen vond ze rust. Een fluisterbootje lonkte. Samen met een stel andere dagjesmensen gleed ze over het water, luisterend naar de vogels en de stilte. ’s Middags streek ze neer in Giethoorn. Ze at een pannenkoek aan het water en keek toe hoe toeristen hun weg zochten door de smalle grachten. Ondanks de drukte voelde het ontspannen. Misschien was het de zon, of gewoon het idee dat dit allemaal zo dichtbij huis was. Op de terugweg maakte ze nog een tussenstop bij een streekmarkt in Wanneperveen, waar ze verse aardbeien en lokale honing kocht. Tegen de tijd dat ze thuis aankwam, was de zon al aan het zakken. Anna zuchtte tevreden. Zomer-uitjes hoefden niet ver weg te zijn om bijzonder te voelen. In Steenwijk en zijn omgeving was de zomer gewoon... perfect dichtbij.