Het bestuur van de stad Steenwijk probeerde rond 1720 meer joodse kooplieden naar Steenwijk te halen, om de handel te stimuleren.
Dit hielp echter weinig toch kwamen er in 1800 meerdere Joodse gezinnen vestigden. Deze doden werden eerst begraven op de joodse begraafplaats aan
de Schapendrift ten zuiden van Noordwolde, later werd er begraven in Steenwijk op de joodse begraafplaats aan de Eesveenseweg.
In 1796 na de burger gelijkstelling (Gelijke rechten als alle andere burgers) nam het aan joden snel toe in Steenwijk.
Men begon in 1813 met godsdienstoefeningen in een kamer ergens privé. Later kocht men een kamer aan in de Gasthuisstraat deze werd gerenoveerd en
uit gebreid als Synagoge. Omstreeks 1850 leidde een intern conflict over vernieuwing tot een scheuring binnen de gemeente.
In 1869 was de hereniging van beide partijen en werd er een nieuwe synagoge gebouwd in de Gasthuisstraat.
Tijdens de bezetting werden werd de helft van de joodse gemeenschap geporteerd, de andere helft dook onder en werd geholpen door de onderduikers
organisatie om zo te overleven. De synagoge en interieur werd behouden tijdens de oorlog.
Na de oorlog werd de het joodse leven weer hervat, maar de Synagoge werd haast niet meer gebruikt. Het gebouw werd in 1948 verkocht en in 1952
gesloopt helaas. De Joodse gemeente werd op 7 juni 1964 op geheven.